Als webontwkkelaars moeten uitleggen waarom toegankelijkheid en bruikbaarheid zo belangrijk zijn, zeggen ze braaf:
Google is je belangrijkste blinde gebruiker.
Daarna prevelen ze een schietgebedje, want ze weten dat er altijd wat te verbeteren is aan de websites die ze bouwen.
Gisteren was ik bij de Informatiedag Toepassingskader Webrichtlijnen en daarmee staat bruikbaarheid en toegankelijkheid weer bovenaan mijn agenda.
Ik wil graag een pleidooi houden voor bruikbare, toegankelijke websites zonder gejamaar over blinden. Toegankelijke websites zijn nuttig voor iedereen. En die toegankelijkheid is niet alleen het pakkie an van de webontwikkelaar. Iedereen die een steentje bijdraagt aan bouwen en onderhouden van websites draagt verantwoordelijkheid voor de bruikbaarheid en toegankelijkheid ervan.
Bruikbaarheid > toegankelijkheid
Nog even voor de helderheid. Wat is bruikbaarheid en wat is toegankelijkheid?
- Een toegankelijke website is prettig voor alle gebruikers, niet alleen gebruikers met een handicap.
- Toegankelijkheid is een onderdeel van bruikbaarheid
- Een website is niet bruikbaar als hij niet toegankelijk is.
- Bruikbaarheid veronderstelt toegankelijkheid, maar het omgedraaide is niet noodzakelijkerwijs waar.
Usability-onderzoek is een les in nederigheid
Wie heeft belang bij een toegankelijke website? Of: wie heeft er geen belang bij een toegankelijke website? Ik heb in 2008 meegewerkt aan een voorstel voor het redesign van DigiD (2008). Dit prototype werd getest door de stichting Accessibility en door Viziris. Hier kwam uit dat ons ontwerp bruikbaar genoeg was. Het is confronterend om mee te maken in een gebruikerstest dat de ideeen die je had helemaal niet kloppen met de werkelijkheid. Het is ook een aparte belevenis om een blinde gebruiker bezig te horen (horen, ja) met je website.
Wat ik van dat DigiD-project geleerd heb: toegankelijkheid is niet iets voor blinden alleen. Alle details tellen mee: de bewoording op je website is belangrijk: niet elke gebruiker kan even goed lezen. In Nederland zijn er ongeveer 1,5 miljoen mensen boven de 16 jaar die moeite hebben met lezen en schrijven (bron: rijksoverheid). Het contrast is belangrijk; 8 % van de mannen en 0.5% van de vrouwen zijn kleurenblind. Dat betreft in Nederland ongeveer 600 duizend mensen. Ik heb sindsdien het idee losgelaten dat je zekerheid hebt over hoe je gebruiker werkt of denkt. Iedereen in een webproject moet zich bewust zijn van het false consensus effect (de neiging alles wat je zelf doet of vindt als maatgevend te beschouwen) of het overconfidence effect (een overschatting van wat je denkt te weten).
Arme, zielige blinden
De homepage van Vincent Bijlo is erg grappig. De allereerste pagina is een plaatje met braille. En wie z’n geluid aan heeft staan hoort: ‘Ooooh, braille… Hoe pak je dit nu weer aan? He he he.’ of een boodschap die daarop lijkt. Daarna wordt je automatisch doorverwezen naar een keuzescherm: of de versie voor zienden of de versie voor lichtontberenden. Het verschil? De ‘zienden’-versie gebruikt CSS en toont een widget met tweets. Als je over het menu hovert wordt de tekst van de items vervangen door een braille-plaatje. De lichtontberenden-versie heeft beperkt javascript en geen CSS. De tekst en structuur zijn hetzelfde.
Oh, Bijlo is blind en cabaretier. Maar dat wist je al.
De site van Bijlo zal geen keurmerk Drempelvrij krijgen. Ik zie plaatjes zonder alt-attribuut, YouTube-filmpjes zonder alternatieve representatie. Afijn, er is heel veel mis met die site. Maar de site is -vanwege de eigenaar / het onderwerp – wel een interessante illustratie spiegel voor webdesigners en webontwikkelaars. Het kan dus wel: een site maken voor blinden.
Wie zorgt voor bruikbare sites?
Bruikbaarheid is de taak van:
- informatie-architecten:
het is hun taak om de logische structuur zo goed mogelijk af te stemmen op verwachtingen van de grootst mogelijke groep gebruikers. Alles moet zo simpel mogelijk gemaakt worden, maar niet simpeler dan dat. - interactie-ontwerpers:
zij moeten rekening houden met de diverse scenario’s waarop gebruikers hun doel willen bereiken. Ik deed eens mee met een workshop voor een grote tweedehandsauto-site. Een van de scenario’s die ik de gebruikers opgaf was: zoek de optimale gezinsauto. Hierbij ging ik ervanuit dat ze zelf een combinatie zouden kiezen van zuinigheid, ruimte en comfort. Maar 1 van de gebruikers tikte ‘gezinsauto’ in en verwachtte daarmee de ideale gezinsauto te vinden. Dat had ik niet voorzien. - grafische ontwerpers
Een vaak vergeten groep als het gaat om bruikbaarheid en accessibility. Ze moeten leren dat contrastarme sites niet optimaal bruikbaar zijn. Geen lichtgrijs op lichtergrijs. Geen louter rode randjes om inputboxes om aan te geven dat er een verkeerde waarde is opgegeven. - front-end developers
belast met de taak om de frontend-code zo simpel en betekenisvol mogelijk op te zetten. Mogelijk maken dat alle apparaten via elk soort verbinding de website optimaal tonen. Semantisch logisch opgebouwde webpagina’s. Gelaagd gebouwd. Getest op snelle en langzame apparaten en verbindingen. - webredacteuren
waarschijnlijk de belangrijkst, maar moeilijkst te trainen groep. Vaak zijn ze zich niet bewust van het nut van semantische opmaak. In een blad is een kop vet, maar een vette tekst op een website is niet per definitie een kop. En kopjes brengen structuur en scanbaarheid aan in een webtekst. Dat vinden weblezers fijn.
Voor wie maken we bruikbare websites? Voor Jan Rap, z’n ouwe moer en die andere 7 miljard mensen. Voor minder doe ik het niet.
[…] vooral voor slechtziende mensen. Toegankelijke websites bouw je niet alleen voor zielige mensen, toegankelijke website bouw je voor ALLE mensen. Er zijn een paar situaties waarin het wel handig is om een link in een nieuw venster te […]